Vleermuisonderzoek


Wie gaat isoleren, verbouwen, slopen en kappen, kan met vleermuizen te maken te krijgen. Door middel van een quickscan kan worden nagegaan of er een kans is dat er vleermuizen aanwezig zijn en of er verstoring kan optreden. Vaak zal de uitkomst zijn dat er geen uitsluitsel is en dat er nader onderzoek nodig is. De minimumvereisten voor een dergelijk onderzoek staan in het Vleermuisprotocol dat o.a. wordt opgesteld door de Zoogdiervereniging. Voor de meeste onderzoeken betekent dit protocol dat er tenminste vier veldbezoeken moeten worden gebracht in de periode april t/m september. Wanneer blijkt dat er als gevolg van de voorgenomen werkzaamheden vleermuizen worden verstoord, is het in veel gevallen nodig om een ontheffing van de Wet natuurbescherming aan te vragen. Vaak is het namelijk niet mogelijk om de activiteiten zo aan te passen dat verstoring voorkomen wordt. Voor het hele traject van vleermuisonderzoek en ontheffing moet tenminste een jaar en vaak anderhalf jaar of meer worden uitgetrokken. Men kan het beste maar tijdig anticiperen.

Als gevolg van de steeds breder bekende natuurwetgeving is er de afgelopen jaren veel vleermuisonderzoek uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een betere bescherming van vleermuizen, in elk geval dat er bij werkzaamheden aan gebouwen minder vleermuizen sterven. Anderzijds vormt het naïsoleren van woningen momenteel een grote bedreiging omdat initiatiefnemers onderzoek achterwege laten. Dit kan tot schrijnende situaties lijden, zoals vleermuizen die onder de pur zitten en bij de vleermuisopvang worden gebracht. Daarnaast blijft het compensatie van vleermuisplekken die verloren gaan een moeilijke kwestie. Van veel compensatiemaatregelen staat de effectiviteit nog niet vast en vaak weten we ook niet hoe we kunnen compenseren. Elke bestaande plek die gespaard kan worden, zou daarom gespaard moeten worden.

Het vele onderzoek heeft ook geleid tot veel meer kennis van vleermuizen. Hoewel een onderzoek zich meestal tot een bepaald project beperkt, komt er op gebiedsniveau steeds meer kennis beschikbaar, omdat elk nieuwe onderzoek in hetzelfde gebied het plaatje completer maakt. Soms wordt het onderzoek op gebiedsniveau georganiseerd. Zo worden vleermuizen in het aardbevingsgebied van Groningen structureel gemonitord vanwege de grote bouw- en versterkingsopgave die er in dit gebied ligt. Ook de stad Groningen heeft het vleermuisonderzoek proactief opgepakt. De bestaande kennis biedt hier een goede achtergrond om nieuwe projecten te beoordelen.


Meervleermuis (Bron: Biopix)


In Nederland komt een belangrijk deel van de totale populatie van de Meervleermuis voor. Van deze soort is landelijk al een vrij compleet beeld, onder andere door het werk van A.J. Haarsma. Toch is nog steeds een deel van de belangrijke verblijfplaatsen niet bekend en gaat de populatie achteruit door werkzaamheden aan gebouwen. In 2018 heb ik onderzoek gedaan naar het foerageergebied van deze soort op het Zerniketerrein in Groningen. In hetzelfde jaar vond ik een verblijfplaats in een nieuwbouwwoning in jaren-dertigstijl in Appingedam. Inmiddels is door bureau EcoReest in 2020 een kraamkolonie van ca 20 meervleermuizen vastgesteld in mijn eigen woonplaats Altena (Noord-Drenthe). Wanneer het compleet donker is, blijken ze anno 2021 recht naar het noorden te vliegen en komen dan linea recta uit op het Leekstermeer.Ik vermoed dat ze vanaf deze kolonie ook de grotere waterplassen in Noord-Drenthe bestrijken, bijvoorbeeld het Schipmeer bij Norg waar in 2021 een individu foerageerde. Ook boven de Kagerplassen op de grens van Noord- en Zuid-Holland kwam ik in 2021 enkele meervleermuizen tegen.

Het stadsbrede onderzoek dat in 2018 in Groningen is uitgevoerd door Altenburg & Wymenga geeft een minimumschatting van de populaties van gebouwbewonende soorten als Laatvlieger, Gewone en Ruige dwergvleermuis. Sinds 2018 heb ik diverse onderzoeken in de stad uitgevoerd en vergeleken en dan zie je dat je bij meer onderzoeksinspanning ook meer verblijfplaatsen vindt. De werkwijze waarbij men inventariseerde op de fiets, lijkt minder goed uit te vallen voor de Gewone grootoorvleermuis. Deze soort heeft een zachte sonar die je gemakkelijk mist. Ik heb de indruk dat deze soort in de hele stad voorkomt.

In de stad Groningen zijn drie kolonies van watervleermuizen bekend die foerageren boven de vloeivelden van de voormalige suikerfabriek. Ik heb sterke aanwijzingen voor een vierde plek, maar vanwege het drukke veldseizoen is het niet gelukt om een extra veldbezoek in te plannen. In 2021 stelde ik van deze soort in twee andere projecten verblijfplaatsen in bomen vast.


Volgens de ecologische quickscan waren er geen holle bomen aanwezig, maar bij het vleermuisonderzoek naar de woning bleek de linker boom een verblijfplaats te zijn van Gewone grootoorvleermuis en Watervleermuis.


Binnen het gebied van de gemeente Noordenveld in de kop van Drenthe geven diverse projecten samen een completer wordend plaatje. Net als in Groningen vond ik sterke aanwijzingen voor een kolonie van de Watervleermuis in of nabij Nieuw-Roden. In Roderesch is nog een kraamkolonie van de Gewone grootoorvleermuis te verwachten. Informatie over vleermuizen in de omgeving Peize-Roden-Norg is welkom.