Veldonderzoek

Veldonderzoek is noodzakelijk om te weten waarover je praat. Een veldbezoek in het kader van een ecologische quickscan is gericht op alle relevante soortgroepen. Een quickscan is dus breed van opzet, maar om de diepte in te gaan is vaak aanvullend onderzoek nodig. Een aantal voorkomende veldonderzoeken wordt hierna beschreven, andere typen onderzoek worden vaak in samenwerking met andere bureaus uitgevoerd.

Vegetatieonderzoek

Onderzoek naar de planten en de ruimtelijke verspreiding daarvan vindt plaats in de vorm van flora- en vegetatiekarteringen. Als onderdeel van een kartering of in het kader van een meerjarige monitoring worden vegetatieopnamen gemaakt. In sommige onderzoeken is niet (alleen) de soortensamenstelling belangrijk maar (ook) de structuur van de vegetatie.

Lauwersmeergebied

Rietorchissen in een grasland met Kleine ratelaar

Vogelonderzoek

Vogelonderzoek vindt vaak plaats volgens een aangepaste variant van de BMP-methode. Hiermee kan over meerdere jaren de aanwezigheid van broedvogels worden geregistreerd. Omdat de verschillen tussen jaren erg groot kunnen zijn, zal de montoring over een aantal jaren plaats moeten vinden om een voldoende actueel beeld te krijgen van het verloop van de broedvogelsstand in een bepaald gebied. Soms wordt een gebied maar tijdens één broedseizoen geïnventariseerd. Hiermee kan een beeld verkregen worden van de betekenis van het gebied voor broedvogels, vaak in samenhang met losse waarnemingen en literatuurgegevens. Specifiek soortgericht onderzoek wordt gedaan naar bijvoorbeeld Huismus en Gierzwaluw, soorten waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn.

Watervogels worden geteld om bijvoorbeeld het belang van het gebied als overwinterings- en foerageergebied te bepalen.

Gunstige ligging van verblijfplaatsen in het gebouw ten opzichte van foerageergebied met beschutting en diversiteit aan vegetatiestructuren.

Vleermuisonderzoek

Vleermuisonderzoek staat steeds meer in het kader van het in kaart brengen van lokale populaties en de verblijfplaatsen, vliegroutes en foerageergebieden die daarvoor belangrijk zijn. Dit vleermuisonderzoek wordt uitgevoerd conform het vleermuisprotocol.

Overige onderzoeken

In sommige projecten komen andere aspecten naar voren:

  • het uitkammen van een gebied gericht op sporen en verblijfplaatsen van zoogdieren bijvoorbeeld Boommarter, Das, Eekhoorn, Steenmarter en Otter;
  • schepnetinventarisaties gericht op vissen in kleinere watergangen en langs oevers;
  • inventarisaties van amfibieën en reptielen;
  • inventarisaties gericht op overige fauna, zoals de Groene glazenmaker
  • inventarisaties gericht op bepaalde waardplanten of structuurkenmerken die de aanwezigheid van bepaalde soorten mogelijk maken.

Otterspraints